Het "D.B. Cooper" Mysterie

Een man koopt een enkeltje voor de vlucht naar Seattle. Onderweg geeft hij aan een bom in zijn koffer te hebben en eist geld. Veel geld! En parachutes.

 ---------------------------------------------------------------------------------------

Geen zin om te lezen? Luister HIER de podcast!

------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Dan Cooper                                                                   

Voor een woensdagmiddag is het relatief druk op Portland International Airport. Rond 16:00 uur in de middag van 24 november 1971, de dag voor Thanksgiving, koopt een "onopvallende" man een ticket van $20,- voor vlucht 305 van Northwest Orient Airlines, voor de vlucht naar Seattle, Washington. Een reis van slechts een half uurtje.

Een accentloze, attente, donkerharige, blanke man van halverwege de 40 en ongeveer 1,83 meter lang, gekleed in een zwarte regenjas, een donker maatpak met een wit, gladgestreken overhemd, een stropdas met opgespelde parelmoer en verzorgde instappers. In zijn rechterhand een nette aktekoffer.

Hij noemt zichzelf: Dan Cooper, een naam die later vals blijkt te zijn. Hij krijgt een stoel aan het gangpad toegewezen, stoel 18C, voor de vlucht van 16:35 uur. Terwijl het vliegtuig wacht om te kunnen opstijgen, steekt de man een sigaret op (toen mocht dat nog) en besteld een whiskey met bruiswater.

Het is rustig in de Boeing 727, nauwelijks een derde van de stoelen is bezet. Het vliegtuig vervoerde die dag 36 passagiers, exclusief de piloot, Kapitein William Scott, eerste officier Bob Rataczak, boordwerktuigkundige H.E. Anderson en 2 stewardessen; Tina Mucklow en Florence Schaffner.
 

Gekaapt                                                                            

Kort na het opstijgen in Portland geeft Cooper stewardess Schaffner een briefje. Denkend dat dit briefje een slappe versierpoging is, stopt ze het briefje direct in haar zak en negeert het. De eerstvolgende keer dat ze weer langs hem loopt, maakt Cooper haar duidelijk dat ze écht het briefje even moet lezen en knikt met zijn hoofd richting zijn koffer. Schaffner loopt naar de kombuis en leest het briefje.

Er staat op dat de man een bom in zijn koffer heeft. Hij eist 4 parachutes, waaronder 2 reserve parachutes, $200.000,- in biljetten van $20,- en een tanktruck op de eindbestemming om het vliegtuig van extra brandstof te voorzien. Samen met de andere stewardess haast Schaffner zich naar de cockpit om de piloot te waarschuwen. De piloot neemt direct contact op met de luchtverkeersleiding, die contact opneemt met de politie van Seattle, die op hun beurt de FBI op de hoogte brengt. 

De FBI doet het dringende verzoek aan de president van de luchtvaartmaatschappij, Donald Nyrop, om aan alle eisen van Cooper te voldoen. Nyrop wil elke vorm van negatieve publiciteit voorkomen en gaat akkoord.

 

Bom                                                                                  

Ondertussen eist Cooper het briefje terug van de stewardessen, waardoor de exacte woorden op het briefje niet bekend zijn. Cooper wil dat de spullen bij aankomst op Seattle Airport worden afgeleverd en dreigt het vliegtuig op te blazen als hij niet krijgt waar hij om vraagt. 

Cooper gaat naast het raam staan en stewardess Schaffner neemt plaats in zijn stoel. Cooper opent zijn koffer net ver genoeg zodat Schaffner naar binnen kan kijken. Daar ziet ze een tal van draden, rode staven een een batterij. Cooper zegt haar zijn aanvullende eisen op te schrijven en terug te gaan naar de cockpit. Na het doorgeven van dit 2e briefje moet ze de piloot vertellen dat hij in de lucht moet blijven tot het geld en de parachutes voor hem zijn klaargelegd. Via de intercom verteld de piloot de dat er een klein mechanisch probleem is, waardoor ze niet direct kunnen landen en nog even blijven rondcirkelen. De meeste passagiers zijn daardoor niet eens op de hoogte van de kaping.


Cooper was heel precies in zijn eis. $200.000,- in briefjes van $20,- zou ongeveer 21 pond (zo'n 9,5 kilo) wegen. Kleinere biljetten zouden gewicht toevoegen. Grote briefjes zouden minder wegen, maar moeilijker uit te geven zijn. Hij gaf zelfs aan dat hij willekeurige serienummers wilde, geen opeenvolgende. De FBI gaf hem willekeurige serienummers, maar probeerde er voor te zorgen dat alle series begonnen met codeletter L. Het verzamelen van het geld bleek makkelijker dan het verzamelen van de parachutes. 

Stewardess Florence Schaffner
McChord Air Force Base bood aan om de parachutes te leveren, maar Cooper wees dit af; hij wilde civiele parachutes met trekkoorden. De politie van Seattle nam daarop contact op met de eigenaar van de skydiving-school. Die was op dat tijdstip al gesloten, maar ze konden hem overtuigen 4 parachutes te verkopen. Doordat Cooper 2 parachutes had gevraagd, gingen de autoriteiten er van uit dat Cooper samen met een passagier of bemanningslid als gijzelaar uit het vliegtuig zou springen. Ze dachten er even over om dummy parachutes te leveren, maar wilden het leven van een burger niet op het spel zetten. 

Ondertussen heeft Cooper zijn zonnebril opgezet en nog een Whiskey met bruiswater besteld. Hij betaald netjes zijn rekening. Schaffner mag het wisselgeld zelfs houden. Hij blijft verder beleefd en uiterst vriendelijk. Hij biedt zelfs aan om warme maaltijden aan zijn eisenpakket toe te voegen, voor de bemanning. Cooper blijft kalm en lijkt op geen enkel moment nerveus. Hij lijkt zijn omgeving goed te kennen. Hij herkend de stad Tacoma vanuit het vliegtuigraampje.

 

Uitwisseling                                                                     

2 uur lang cirkelt het vliegtuig boven het water nabij Seattle. Om 17:24 uur stuurde het grondteam een radiosignaal naar kapitein Scott. Daarin vertelden ze hem dat het geld en de parachutes geregeld waren en iedereen klaar stond voor de hun aankomst. Even na half zes wordt eindelijk de landing ingezet. Cooper zegt dat ze naar een afgelegen, goed verlicht gebied moesten taxiën na de landing. Hij laat de cabineverlichting dimmen en beveelt dat geen enkel voertuig het vliegtuig mag benaderen. Daarnaast geeft hij de opdracht alle ramen te blinderen, uit vrees voor scherpschutters. De persoon die het geld en de parachutes komt brengen moet zonder begeleiding komen. 

Een medewerker rijd met een bedrijfswagen naar het vliegtuig, waar stewardess Mucklow de trap naar beneden had gelaten. De medewerker draagt 2 parachutes tegelijk te trap op en overhandigde ze aan Mucklow. Vervolgens word het geld in een grote banktas aan boord gebracht. Een FAA-functionaris vraagt de kapitein toestemming om aan boord te komen, waarschijnlijk om te waarschuwen voor de gevaren en gevolgen van luchtpiraterij, maar Cooper weigert zijn verzoek.

Als onderdeel van de overeenkomst laat Cooper vervolgens de 36 passagiers uitstappen. Ook stewardess Schaffner mag de Boeing verlaten. De gezagvoerders en 1 stewardess blijven aan boord en het bijtanken begint. In de tussentijd verteld Cooper de bemanning het vervolg van zijn reis, met Mexico-Stad als eindbestemming.

Officier Bob Rataczak, Kapitein William Scott en Stewardess Tina Mucklow

In eerste instantie eist Cooper dat de achterste deur van het vliegtuig, met uitschuifbare trap, geopend blijft tijdens het opstijgen. Dit zou een levensgevaarlijke situatie opleveren en de maatschappij protesteert. Bij nader inzien is Cooper het hiermee eens en besluit de trap dan maar tijdens de vlucht naar beneden te laten. Hij draagt stewardess Mucklow op de instructies voor de bediening van de achtertrap voor te lezen. Wanneer Mucklow aangeeft dat het neerlaten van de trap niet mogelijk is tijdens een vlucht, geeft Cooper aan dat ze het mis heeft. 

Cooper weet veel over de Boeing 727. Hij geeft de cockpit enkele technische instructies hoe ze moeten vliegen. Het vliegtuig moet onder de 10.000 voet blijven en de snelheid onder de 150 knopen houden. Om de Mexicaanse hoofdstad te bereiken op deze hoogte en snelheid is er dan alleen nóg een tankbeurt nodig. Cooper spreekt met de piloten af dat dit in Reno, Nevada gaat gebeuren. Cooper gaf de kapitein ook de opdracht om de cabine drukloos te maken. Hij wist dat een persoon normaal kan ademen op 10.000 voet en dat er bij een gelijke druk, geen hevige windstoot zou zijn als achtertrap naar beneden zou gaan. 

Om 19:46 uur vertrok het vliegtuig vanaf Seattle. Zonder dat de kaper het weet, volgen enkele straaljagers van de Amerikaanse luchtmacht de kist op gepaste afstand. Na het opstijgen mag de bemanning de cockpit niet meer verlaten. Er is geen kijkgaatje aanwezig in de cockpitdeur, dus de bemanning heeft geen flauw idee wat Cooper aan het doen is. Om 20:00 uur geeft een rode lamp in de cockpit aan dat de achterdeur geopend is. Kapitein Scott vraagt via de intercom of ze iets voor hem kunnen doen. Cooper reageerde boos : "Nee!" En dat was het laatste dat ze ooit van Dan Cooper hadden gehoord.

 


Sprong                                                                            

Om 20:24 uur maakte de Boeing een boog, toen de neus naar beneden dook, gevolgd door een correctie in de staart. De kapitein noteerde de plaats van de duik, zo'n 40 mijl ten noorden van Portland, in de buurt van de Lewis-rivier. De bemanning ging er van uit dat de achtertrap tijdens die boog werd neergelaten en Cooper was gesprongen. Ze durfden op dat moment de cockpit niet te verlaten, omdat ze zijn bevelen niet wilde negeren. Om 22:15 uur landde het vliegtuig in Reno, Nevada. De autoriteiten omsingelen de de Boeing direct.

Scott sprak via de intercom. Toen hij geen antwoord kreeg, opende hij de cockpitdeur. Het vliegtuig was leeg, Cooper, samen met het geld en al zijn bezittingen, was verdwenen. Het enige was overbleef was de 2e parachute en een zwarte J.C. Penney-stropdas, die hij af deed voor hij sprong. De straaljager piloten hebben niets of niemand het vliegtuig zien verlaten; de vogel is letterlijk gevlogen.


Sindsdien heeft niemand ooit nog iets van Cooper gehoord. Alle daaropvolgende onderzoeken konden niet bewijzen dat hij zijn sprong had overleefd. Tijdens de kaping probeerde de politie het vliegtuig te volgen en te wachten tot iemand zou springen. Door het slechte weer kon de politie het terrein niet onderzoeken tot de volgende dag. Die Thanksgiving en enkele weken erna, voerde de politie een uitgebreide zoektocht die geen spoor van de kaper of parachute opleverde. De politie begon te zoeken naar de naam "Dan Cooper", voor het geval de kaper zijn echte naam gebruikte, maar helaas. Diverse compositietekeningen worden verspreid en tientallen personen verhoord.

Een politiedossier van een man uit Oregon, genaamd D.B. Cooper, werd ontdekt en beschouwd als mogelijke verdachte. Een gretige en onvoorzichtige journalist verwarde de naam van die man voor de alias van de kaper en vervolgens werd deze fout herhaald door de vele andere verslaggevers. Zo werd Dan Cooper bekend als D.B. Cooper. 


De FBI lanceerde wat "een van de langste en meest uitgebreide onderzoeken" in haar geschiedenis zou worden, bekend als NORJAK. (Samengesteld uit : NorthWest Hijack) De FBI was er van overtuigd dat Cooper zowel vliegtuigen als het gebied kende en speculeerde dat hij in het leger diende, mogelijk als parachutist. Later dacht men dat de sprong toch te gevaarlijk zou zijn voor een ervaren parachutist en hij had niet bemerkt dat de reserveparachute was dichtgenaaid voor gebruik bij trainingen van de skydive-school. 

In 5 jaar tijd bekeek de FBI zo'n 800 verdachten die ook 1 voor 1 werden vrijgepleit. Sommigen werden uitgesloten op basis van het DNA die op de stropdas werd gevonden, die Cooper af deed voor zijn sprong. 


McCoy                                                                            

Een hoofdverdachte was Vietnam veteraan en ervaren Skydiver Richard Floyd McCoy Jr., die enkele maanden later werd gearresteerd voor een soortgelijk misdrijf. Met een handgranaat hield hij de inzittende van een vliegtuig gegijzeld en sprong uit het vliegtuig na ontvangst van $ 500.000,- losgeld. Hij werd echter als verdachte geëlimineerd, mede omdat hij niet voldeed aan de omschrijving die de stewardessen gaven. Tijdens het uitzitten van zijn straf maakte McCoy een neppistool en ontsnapte uit de gevangenis, maar werd gedood in een vuurgevecht met de politie.



Velen speculeerden dat Cooper het niet overleefde. Op die hoogte was de wind meer dan 322 km per uur, het was winter, hij droeg ongeschikte, zakelijke kleding en de parachute die hij uiteindelijk gebruikte kon niet worden bestuurd. Bovendien zou hij in een ruig, zwaar bebost gebied zijn beland.

 

Geld                                                                                 

In 1978 treft een jager in de Amerikaanse wildernis een geplastificeerde handleiding van het vliegtuig. Het is een eerste vondst. Daarna volgden vele doodlopende sporen, tot onderzoekers in 1980 hoorde van een jongen die een rottend pakket met $5.800,- vond. Het was begraven langs de Columbia River, ten noorden van Portland en ongeveer 32 km van Ariel. De serienummers van het geld, allemaal $20,- biljetten, kwamen overeen met die van het losgeld. Na een uitgebreide zoektocht werd verder niets meer gevonden.



De uitbarsting van St.Helen op 18 mei 1980 heeft waarschijnlijk alle resterende aanwijzingen vernietigd. In de loop van de tijd hebben velen bekend Dan Cooper te zijn. De FBI heeft deze zaken stilletjes onderzocht, maar dat heeft nooit iets bruikbaars opgeleverd. Vingerafdrukken en bekentenissen werden vergeleken met onbekende afdrukken die werden verzameld van het gekaapte vliegtuig. Tot nu toe was geen enkele afdruk een match.

Het land was en bleef gefascineerd door het onopgeloste mysterie en D.B. Cooper werd een soort volksheld die vele liedjes, boeken en films inspireerde.

 

Oom Cooper                                                                     

In Augustus 2011 beweerde Marla Cooper dat haar oom L.D. Cooper, de gezochte Dan Cooper was. Marla beweerde dat ze een gesprek hoorde dat hun geldproblemen voorbij waren en dat ze een vliegtuig hadden gekaapt. Ze vertelde daarentegen ook dat er nooit geld werd teruggevonden, omdat haar oom het verloor tijdens de sprong. Hoewel veel mensen Dan Cooper hebben geïdentificeerd als een van hun lang verloren gewaande familieleden, lijken de beweringen van Marla Cooper het dichtst bij de waarheid. Een van de stewardessen van de vlucht gaf aan dat L.D. Cooper wel heel erg leek op de kaper. Deze theorie is door de autoriteiten als niet waarschijnlijk geacht.  

Hoewel de FBI ook daarna nog vele tips bleef ontvangen, sloot het agentschap in 2016 officieel het onderzoek af en verklaarde dat hun tijd en energie het best voor andere zaken gebruikt konden worden. Ook van het geld is nooit een spoor gevonden. Ondanks 45 jaar aan tips en theorieën, blijft de echte naam van Amerika's beroemdste kaper een mysterie. 

De legende leeft voort.





 ---------------------------------------------------------------------------------------

Luister HIER de podcast!

------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Bronvermelding :

www.muckrock.com
www.rd.com
www.fbi.gov
www.britannica.com
www.crimemuseum.org
www.youtube.com
www.gettyimages.be