The boy in the box

Wanneer een jonge stroper zijn vallen komt leeghalen, vindt hij een grote doos tussen de bomen. De inhoud laat zijn maag omdraaien. Snel verstopt hij de doos weer en vlucht weg. 


65 jaar later is het mysterie nog altijd niet opgelost. Wat zat er in die doos?




————————————————————————————————————————————-

Geen zin in lezen? Luister dan naar de MoordMoment PODCAST

 ————————————————————————————————————————————-


Noord-Philadelphia, Februari 1957

In de buurt van een park, is een muskusrattenjager zijn vallen aan het controleren. Er zijn ook andere mensen aanwezig, maar gelukkig zien ze de jonge stroper niet. Behendig beweegt hij tussen de struikgewassen door. Er ligt veel afval, net als anders, maar een uitzonderlijk grote doos valt hem op.

Voorzichtig opent hij de doos en gluurt naar binnen. Plots trekt al het bloed uit zijn gezicht weg. Zonder aarzeling sluit hij de doos en verstopt hem weer. Deze vondst kan zijn illegale praktijken aan het licht brengen, dus hij besluit het te negeren en gaat verder met zoeken naar zijn valstrikken. 


Een paar dagen later rijdt 27-jarige student Frederick Benonis langs het park, op weg naar het LaSalle College. Wanneer er een konijn vanuit het niets voor zijn auto langs rent, remt hij uit alle macht. Niet wetende of het konijn gewond is, stapt Frederick uit en gaat zoeken. Tijdens deze zoektocht vindt hij een grote doos in de bossage. Hij kan zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en kijkt er in. Terwijl zijn maag zich omdraait, sluit hij snel de doos en rent terug naar zijn auto. Hij verteld niemand iets, bang dat ze hem de schuld gaan geven. In de buurt van het park was Frederick al eens betrapt op het bespioneren van meisjes en hij wilde niet nog een keer in de problemen komen. 

De volgende dag werd op het nieuws bekend gemaakt dat de politie op zoek was naar een verdwenen 4-jarig meisje; Mary Jane Barker. Frederick zijn geweten ging aan hem knagen en hij besloot zijn vondst te melden. Toen hem werd gevraagd waarom hij het niet direct had gemeld had Frederick verklaard dat hij in eerste instantie dacht dat het een pop was. 


————————————————————————————————————————————-

Op 25 Februari 1957 werd het lichaam van een jongen, tussen de 4 en 6 jaar oud, gevonden in een grote doos. De jongen was naakt in een flanellen deken gewikkeld. Hij leek ondervoed te zijn. Men kwam al snel tot de conclusie dat de jongen was mishandeld. 

————————————————————————————————————————————-



The Boy in the Box

Nader onderzoek wees uit dat zijn haar nog recentelijk was geknipt. Lokjes van zijn haren kleefden nog aan zijn lichaampje. Waarschijnlijk had de moordenaar hiermee de identiteit van de jongen proberen te verhullen. De grote doos was voorzien van een opschrift: “Furniture, Fragile, Do not open with knife” (Meubels, fragiel, niet openen met een mes) De doos was van een bepaald type baby wiegje die bij warenhuis JC Penney werd verkocht. Verder werd in de doos nog een kinderpetje, een sjaal en een zakdoek gevonden. De jongen had enkele chirurgische littekens op zijn enkel, in zijn lies en op zijn kin. Hij was ongeveer een meter lang en woog nog geen 15 kilo. Hij was besneden. Verder was het lichaam schoon en verzorgt, maar met vele, vele blauwe plekken. Zijn voeten en één hand waren gerimpeld, alsof hij in het water had gelegen. 

De autopsie toonde aan dat de jongen een hersenbloeding had gehad, ten gevolge van trauma door een stomp voorwerp. In zijn maag werden restanten aangetroffen van een laatste maaltijd; bruine bonen. 




In eerste instantie was de politie optimistisch dat de jongen spoedig zou worden geïdentificeerd, maar helaas, niets bleek minder waar. 

Men kon niet definitief bevestigen hoe oud de jongen was enndoor het koude winterweer, kon niet met 100% zekerheid worden vastgesteld wanneer hij was overleden. 

Ook de mogelijke eigenaar van de wieg bleek niet te achterhalen. Het serienummer op de doos leidde naar een JC Penney winkel op slechts 15 minuten afstand van de dumpplaats. Helaas hadden alle 12 kopers contant betaald en waren daardoor niet te achterhalen. De flanellen deken bleek afkomstig uit een fabriek in Canada of Noord-Carolina, maar er waren door de jaren heen zoveel van deze dekens gekocht en verkocht, dat ook dit op een dood spoor uit liep. 

In 1960 nam een medewerker van de lijkschouwer contact op met een helderziende uit New-Jersey. De helderziende werd meegenomen naar de vindplaats, waarna ze uit kwamen bij een opvanghuis ongeveer 2,5 km verderop. Daar werd een soortgelijke wieg en dekens ontdekt. Mogelijk zou het kind zijn omgebracht om te verhullen dat de stiefdochter van het opvanghuis een ongehuwde moeder was. Ondanks het verzamelde, indirecte bewijs kon de politie geen connecties vinden tussen de gevonden jongen en het opvanghuis. 

Uiteindelijk werd de “Boy in the Box” begraven, op kosten van de detectives die vanaf dag 1 betrokken waren bij het onderzoek. 

Op de grafsteen stond geschreven: “Heavenly Father Bless This Unknown Boy” (Vader in de hemel, zegen deze onbekende jongen) en de datum waarop hij door de politie werd gevonden; 25 februari 1957.



Vele jaren en onderzoeken gingen voorbij. Theorieën werden onderzocht, mensen ondervraagd, kindertehuizen en ziekenhuizen werden bezocht, foto’s werden verspreid en gepubliceerd, zijn gezicht gereconstrueerd, maar niemand kwam vertellen wie de jongen was of wat er met hem was gebeurd. 


Februari 2002

Ene ‘Martha’, ofwel “M” verklaarde dat haar moeder in de zomer van 1954 een jongetje hadden ‘geleend’ of gekocht. “M” was zelf 11 jaar oud toen haar moeder haar mee nam naar een huis, waar vervolgens een envelop werd overhandigd, in ruil voor het jongetje. Zijn naam was Jonathan.

Jonathan werd vervolgens 2,5 jaar lang onderworpen aan extreem fysiek en seksueel geweld. 


Op een avond, toen het gezin aan tafel zat te eten, had de jongen zijn bruine bonen uitgebraakt. De moeder werd woedend. De jongen werd gewelddadig hard geslagen en met zijn hoofd tegen de grond gegooid. Toen ze de bewusteloze jongen daarna in bad hadden gestopt, zou hij zijn overleden. Vervolgens zou de moeder zijn haren hebben afgeknipt om zijn identiteit te verhullen en “M” hebben gedwongen het lichaam te helpen verstoppen. 

Ze besloten het lichaam te dumpen in het bos. Op het moment dat ze het lichaam uit de kofferbak wilde tillen, stopte een passerende motorrijder om hulp aan te bieden. De hulp werd vriendelijk afgeslagen, terwijl de dames er alles aan deden om het kenteken van de auto met hun lichamen af te schermen. 

Dit laatste kon worden bevestigd door een getuigenverklaring uit 1957.

De buren van “M” verklaarden dat daar nooit een onbekend kind had gewoond en dat “M” leed aan diverse psychische stoornissen. De pers ontdekte de ware identiteit van “M” en ze werd opgejaagd en belaagd door journalisten. “M” trok daarop haar volledige verklaring in en verliet het land. De politie kon niets anders doen dan het hele verhaal aan de kant te schuiven, ondanks dat details uit de verklaring klopten met de bevindingen van de politie en er zelfs details waren genoemd die nooit openbaar waren gemaakt.




1998

De politie onderzoekers kreeg toestemming om de resten van de jongen op te graven, hoewel de kans minimaal was dat er genoeg bruikbaar DNA zou worden aangetroffen. Slechts een heel klein stukje bruikbaar materiaal kon worden veiliggesteld en een gedeeltelijk DNA profiel kon worden opgemaakt. 

Na het onderzoek werd de jongen herbegraven en kreeg hij een nieuwe grafsteen. Dit maal gefinancierd door de zoon van één van de detectives die de eerste grafsteen had betaald. 



2016

Twee schrijvers dachten een link te hebben gevonden met een zaak uit Memphis Tennessee en vroegen DNA te vergelijken met die familieleden en met name van één specifiek persoon. Deze persoon zou, naar verluid, ooit eens zijn zoon hebben verkocht. 

Vanwege het onvolledige DNA profiel van de jongen, werd eerst een foto vergelijking gedaan. Er bleken inderdaad enige gelijkenissen in de structuur van hun gezicht, het rechteroor en de neus en dus werd er DNA van de man afgenomen ter vergelijking. 

In Oktober 2017 kwam de bevestiging dat er geen DNA match was.


2019

Voor een tweede keer werden de overblijfselen van de onbekende jongen opgegraven. Met vernieuwde DNA technieken was het mogelijk met minimaal materiaal genoeg DNA te verkrijgen voor een profiel. Desondanks was het nieuw verkregen materiaal in zo’n slechte staat dat het 2,5 jaar duurde voordat het bruikbaar was voor vergelijking. Dit keer was er een volledig profiel beschikbaar die kon worden vergeleken met bestaande profielen in de databases. 


————————————————————————————————————————————-

65 jaar lang stond het kind bekend als “America’s Unknown Child”. 

Totdat … 

————————————————————————————————————————————-



7 December 2022

Na een zoektocht van 65 jaar heeft de “Boy in the box” eindelijk zijn naam terug. Uit DNA onderzoek is naar voren gekomen dat de kleine jongen luisterde naar de naam: Joseph Augustus Zarelli.

Hij werd geboren op 13 januari 1953 en was daarmee slechts 4 jaar oud toen hij werd gevonden.

Door verder onderzoek te doen werd ook het DNA van zijn beide, inmiddels overleden, ouders gevonden. Joseph zijn moeder had destijds nog 2 kinderen gekregen. De identiteit van deze kinderen is inmiddels bekend bij politie, maar worden strikt privé gehouden. 

Hoewel politie verdenkingen heeft wat betreft de dader, houden ze de lippen stijf op elkaar. Ze geven aan nog altijd bezig zijn met een actief moordonderzoek en kunnen elke tip goed gebruiken.


————————————————————————————————————————————-

 “Het vinden van zijn naam is slechts de afsluiting van het eerste hoofdstuk” 

————————————————————————————————————————————-




Rust in vrede, kleine man!



————————————————————————————————————————————-

Geen zin in lezen? Luister dan naar de MoordMoment PODCAST

 ————————————————————————————————————————————-


Bronvermelding:

Wikipedia.org
Deseret.com
Allthatsinteresting.com
Nbcnews.com
Newsweek.com
Thesun.co.uk