Op een smal, doodlopend weggetje staat een rood postautootje schuin in de berm. Wanneer een buurtbewoner een kijkje gaat nemen, treft hij het overleden lichaam aan van een jong meisje. De dader doet er alles aan om maar niet verdacht te lijken en de zaken uit te stellen, maar de bewijzen geven de doorslag.
——————————————————————————————-BELUISTER DE PODCAST OP ——————————————————————————————-
De Postbode
In Hamme, in de Belgische Ardennen, vertrekt postbode Kelly met haar postauto, een rode Renault. In de jaren 90 brachten postbodes niet alleen post rond, maar ook enveloppen met pensioengeld, vandaar dat vele bewoners met smart op haar komst zaten te wachten.
Zo ook enkele bewoners aan de “Ten Eede”, een landelijke, doodlopende weg in de buurt van de Koppenberg in Melden.
Een plaatselijke boer had vanaf zijn erf de postauto wel langs de weg zien staan. Er van uit gaande dat ze wel om hulp was komen vragen als er iets aan de hand zou zijn, was hij rustig verder gegaan met zijn dagelijkse werkzaamheden.
Rond 12 uur, half 1 loopt een buurtbewoonster naar haar brievenbus, een vast ritueel na het middageten. Normaal is de post dan wel geleverd, maar dit keer bleek de brievenbus nog leeg. Wanneer ze de omgeving afspeurt ziet ze, iets verderop, de opvallende rode Renault in de berm staan.
Met de gedachte dat Kelly naar de buren was gelopen voor hulp, gaat de bewoonster terug naar binnen. Maar, de buren hadden exact hetzelfde gedachte; “Ze is vast ergens hulp gaan halen”
Zo gaat er een tijdje overheen; tot iemand beseft dat het autootje nog altijd in de berm staat en er nog geen hulp is gearriveerd. Op aandringen van zijn vrouw, gaat hij dan toch maar eens een kijkje nemen. De postauto lijkt in eerste instantie leeg en verlaten, maar wanneer hij dichterbij komt, …
Daar ligt Kelly, onderuitgezakt, hangend tegen het portier. Dood! Ze zit onder het bloed.
De 19-jarige Kelly de Brabandt is een ambitieuze dame. Ze trad al vroeg in de voetsporen van haar vader door een baan als postbode te nemen. Ze is een ‘jongensachtig type’, gek op dieren, ze houdt van wielrennen, is zeer collegiaal en een echt buitenmens. En vooral door dat laatste, past een baan bij de post perfect bij haar. Al snel krijgt ze een vaste route in en om Oudenaarde, dat ligt een uur rijden verderop.
Maar dat slaat het noodlot toe en wordt ze in haar auto gevonden; met 4 kogels van het leven beroofd. Ze is getroffen in haar hoofd, haar borst en in haar hand.
De kogels blijken afkomstig van een .22. Een klein kaliber sportwapen die in de jaren 90 veelal zonder vergunning kan worden aangeschaft; het blijken vaak tieners die er mee op blikjes leren schieten.
Kelly’s handtas bleek onaangeroerd, maar van de adressen waar ze nog niet was geweest, waren de enveloppen met pensioengeld wel verdwenen. Al met al hadden deze enveloppen een waarde van zo’n 30.000 Belgische Frank; rond de 750 Euro.
Een omwonende had eerder die dag een witte auto haar woning zien naderen. Toen ze zag dat hij niet voorbij reed, werd ze nieuwsgierig en ging naar het raam. Daar zag ze dat de auto keerde. Het betrof een witte auto, type hatchback met aan de zijkant een horizontale, zwarte sierband. De auto was met het omkeren half in het akker terecht gekomen. Ze wijst de plek aan voor de onderzoekers en er worden inderdaad bandensporen aangetroffen. Het bijzondere is dat het gaat om 2 verschillende banden merken, een Firestone en een Goodrich. Van beide sporen wordt een afgietsel gemaakt.
Een 3e getuige had deze witte auto op de plaats van de moord zien staan, waarbij de bestuurder gebogen onder de geopende motorkap stond.
Uit de gevonden sporen kon een reconstructie worden gemaakt van de gebeurtenissen:
Het is 19 juni 1998. Kelly is op weg naar haar laatste adressen. Een witte auto blokkeert haar weg. Op het moment dat ze voor de auto stopt, draait de man onder de motorkap zich om en richt een pistool op haar. In paniek rijdt ze achteruit, maar beland naast de weg en verliest grip. Daarop was hij naar de bijrijderskant van de postauto gelopen en had Kelly, van dichtbij, genadeloos neergeschoten.
De compositietekening werd vergeleken met foto’s van gevangenen die waren veroordeeld van zedenfeiten of geweldsdelicten en mensen op die dag met met Penitentiair verlof waren.
Dit leverde niets op.
Hoewel de aangetroffen sporen duidelijk konden maken wat de omstandigheden waren geweest, een motief kon echter niet worden bewezen. Kelly was bijna aan het einde gekomen van haar route, de pensioenenveloppen waren al bijna allemaal uitgegeven. Daarmee was een roofmoord niet waarschijnlijk. Was het een amateur die een ander delict probeerde te maskeren? Was het dan te doen om Kelly’s privé leven? Was er wrijving met collega’s? Problemen in de relatiesfeer? Het bleek allemaal niet van toepassing te zijn en het onderzoek loopt al snel dood.
Op 27 juni 1998 wordt Kelly begraven.
Het is een emotioneel afscheid met vele aanwezigen, waaronder ál haar collega’s.
De Handelaar
![]() |
Julien Théophiel Lannau |
Bij het doorzoeken van de woning, werd op de slaapkamer, tussen de kast en het bed, het lichaam van een man aangetroffen. Het was Julien. Een eerste onderzoek wees uit dat hij al 24 uur dood was. Hij had maar liefst 8 schotwonden in zijn rug, allen van een klein kaliber, inderdaad, een .22.
Ondanks de gelijkenissen en de relatief korte afstand van elkaar, is er geen direct verband tussen de zaken en werd de moord op Julien Lannau als een aparte zaak onderzocht.
Julien Lannau had een zoon en een kleindochter die hij niet heel vaak zag. Er waren vaak discussie en strubbelingen. Kennissen omschreven Julien als een merkwaardige eenling met een moeilijk karakter. Hij was gepensioneerd en verdiende bij met de verkoop in brocant en antiek. Hij stond er om bekend genoeg geld te hebben, maar ook zuinig en gierig te zijn. Hij had wel een goede band met zijn moeder en zorgde voor haar, tot ze stierf. Daarna wilde hij anders gaan leven, meer genieten, wilde graag op reis, op avontuur, maar kreeg hier geen kans meer voor.
De nabestaanden werden als eerste verhoord en flink onder druk gezet. Tegelijkertijd werden er verschillende huiszoekingen gedaan. Zijn zoon, kleindochter en haar man, konden al snel van de verdachtenlijst worden gestreept.
Wanneer de politie de schoonmaakster van Lannau spreekt, blijken er wapens uit de woning te missen. Maar liefst 36 stuks. Toch kon het niet voor 100% op roofmoord worden gegooid, want in de achterzak van Juliens broek had men enkele duizenden Franse en Belgische Franks in contanten aangetroffen. Er werden ook geen sporen van binnendringen of geweld gevonden. Volgens de schoonmaakster en vriendin was Julien vrij argwanend en liet hij nooit vreemden binnen, zelfs niet op het terrein. Vreemden mochten tot aan het hek komen, maar nooit verder. Daarnaast had hij niet veel vrienden of kennissen. De schoonmaakster vertelde dat er de laatste tijd wel iemand regelmatig over de vloer kwam, ene Jean-Claude Van Houtte, een Franstalige handelaar.
Dan komt er bij de politie in Kluisbergen een Franssprekende inwoner van Kluisbergen naar binnen gelopen. De man wil een klacht indienen tegen een politieagent. De agent zou hem hebben willen beschuldigen van de moord op postbode Kelly de Brabandt.
Uit het verdere gesprek blijkt dat de man tevens een bekende is van Julien Lannau.
![]() |
Jean-Claude Van Houtte |
Dan slaat de sfeer ineens om. Van Houtte, perfect tweetalig, weigerde ineens Nederlands te spreken en eiste een Franstalige tolk. Een tolk arriveert en een verhoor vindt plaats.
Van Houtte en Lannau kennen elkaar sinds april en werden door een vriend aan elkaar voorgesteld. Van Houtte de handelaar en Lannau de inkoper.
Van Houtte zou op 15 Augustus, rond de middag, bij Lannau aan de deur zijn geweest. Hij had Lannau een stereo installatie en wat platen verkocht, die nog moesten worden betaald, dat geld kwam hij nu opeisen. Lannau had hem gezegd dat het niet uit kwam en hem gevraagd later terug te komen. Er stond op dat moment een Renault met Franse nummerplaten op het terrein. Van Houtte maakte een rondje, maar bij terugkomst stond de Renauld er nog, dus vertrok hij.
Op maandag 17 augustus was hij teruggekomen tussen 9 en half 10 ‘s ochtends, Lanau was toen niet thuis geweest. Daar ging Van Houtte de fout in. Uit een verklaring van de vriendin van Lannau, was Julien die ochtend om half 9 bij haar huis weggereden, naar zijn eigen huis toe, om zijn dieren te voeren.
Hij zou daardoor om 9 uur zeker weten thuis zijn geweest.
Van Houtte werd gevraagd wat hij vanaf half 10 had gedaan. Jean Claude zou boodschappen zijn gaan doen. Dit is de tweede fout, want even later zegt hij rond 10 uur bij een vriend zijn geweest. Zijn alibi wordt gecontroleerd, maar klopt niet, de vriend heeft Jean-Claude op 17 augustus de hele dag niet gezien.
Later die dag volgt opnieuw een verhoor. Dan geeft hij toe vaak bij Lannau binnen te zijn geweest. Hij verteld daarbij letterlijk: “Altijd in de salon of in de keuken. Nooit in zijn slaapkamer” Dit wekt voor de zoveelste keer de argwaan bij de politie. Want waarom zegt hij zo specifiek dat hij nooit in de slaapkamer is geweest, terwijl juist daar het lichaam was aangetroffen?
Dan ontkent hij ooit wapens in het huis van Lannau te hebben gezien. De politie wist van de schoonmaakster al dat de wapens goed zichtbaar aanwezig waren in de woonkamer. Het was vrijwel onmogelijk om bij al die bezoeken de wapens niet te hebben gezien, maar hij ontkende in alle toonaarden. Ook ontkende hij zich bezig te houden met de handel in wapens. De onderzoekers hadden inmiddels bewijzen in handen dat Van Houtte zich wel zéker met wapenhandel bezig hield. Door al deze ontkenningen maakte hij zich steeds verder verdacht.
Na het verhoor wilde men het telefoonverkeer van Jean-Claude zijn GSM traceren, maar toevallig had hij zijn GSM, vlak na de dood van Julien Lannau, verkocht. De gegevens werden bij de provider opgevraagd en daaruit bleek, dat Van Houten, vlak na de moord, contact had met 2 personen, beide handelaren, met een grote voorkeur voor wapens.
Op verdere vragen veinst hij geheugenverlies en lacht provocerend.
Dan wordt er huiszoeking gedaan bij 1 van de 2 wapenhandelaar waar hij telefonisch contact mee had gehad. Er worden in ieder geval 2 wapens van Lannau gevonden en in beslag genomen. Wapens die Van Houtte aan de handelaar had verkocht.
Bij de huiszoeking van de 2e wapenhandelaar worden óók wapens van Lannau aangetroffen die door Van Houtte zijn verkocht. Hierbij stellen experts vast dat 1 van deze wapens het moordwapen is die bij de moord van Julien Lannau werd gebruikt.
Dit geeft de politie het nodige harde bewijs en Jean-Claude wordt, in zijn woning, aangehouden.
Bij de fouillering wordt er in zijn broekzak een bordeaux rood juwelen zakje aangetroffen. De schoonmaakster kan bevestigen dat Lannau dit zakje ooit eens heeft gekocht van Van Houtte. Dit gaf aan dat Van Houtte het zakje had meegenomen, terwijl hij ook de wapens van Lannau mee nam.
Van Houtte voelt zich in het nauw gedreven en veranderd van houding en onderwerp. Ineens begint hij te praten over Kelly de Brabandt. Hij zegt beiden te hebben vermoord. Wanneer de commissaris er op in gaat en vragen begint te stellen, klapt Van Houten volledig dicht. Vervolgens weigert hij de opgestelde verklaring te ondertekenen. Wanneer men hem confronteert met zijn uitspraken, roept Van Houten plots dat hij het maar had geroepen om “er van af te zijn”. Vanaf dat moment weigert hij alle medewerking, ook die van de gerechtspsychiater.
Het wapen, waarmee Julien Lannau was vermoord, bleek door van Houtte te zijn doorverkocht. Hoe hij aan het wapen was gekomen; daar kon hij zelf geen plausibele verklaring voor geven.
Jean-Claude Van Houtte leefde een leven waarvan niemand begreep hoe hij financieel rond kwam. Hij handelde hier en daar, maar het waren nooit grote bedragen. Met 2 mislukte huwelijken en 4 kinderen moest hij in geldnood zijn gekomen. Hij verkocht en verhandelde alles wat hij in handen kreeg, maar alimentatie of schoolgeld werd niet betaald. De schulden liepen hoog op en hij werd gedwongen zijn woning te verkopen. In principe was hij een tikkende tijdbom.
Dit zou wel het motief kunnen zijn van de roofmoord op Kelly de Brabandt, maar harde bewijzen ontbreken tot nu toe.
Totdat de onderzoekers ontdekken dat Van Houtte al een hele tijd in een huurauto rondrijdt, terwijl hij ook een eigen auto op naam heeft staan. Zijn eigen auto stond in een garage in Ronse.
Die auto matchte perfect met de omschrijving die de getuige gaf van de witte auto met zwarte sierstreep die zij zag op de dag dat Kelly werd vermoord. Laboratoriumonderzoekers gingen direct aan de slag en demonteerde de wielen. De afdrukken daarvan kwamen 100% overeen met de gipsafdrukken die op 19 juni waren genomen nabij het plaats delict. Hiermee was in feite de moord op Kelly ook opgelost.
Standaard wordt de verdachte gevraagd mee te werken met een reconstructie. Het papieren verzoek werd persoonlijk aan Van Houtte overhandig. Van Houtte bedacht zich niet, pakte het verzoek aan, maakte er een prop van en gooide het achteloos in de hoek.
De directrice van de gevangenis kwam er bij en ging met hem in gesprek. Van Houtte besloot toch mee te werken. Bijna 3 jaar na de moord wordt Van Houtte uitgenodigd op de plek van de reconstructie. Eenmaal ter plaatse bedenkt hij zich en weigert wederom iedere medewerking. Het vermoeden ontstond dat hij spelletjes probeerde te spelen. Aan de hand van de verklaringen en bevindingen van de deskundigen kon de onderzoeksrechter een reconstructie maken van de gebeurtenissen. Van Houtte stond er bij en keek er naar. Het motief voor de moord op Lannau blijft een raadsel.
Het vermoeden bestaat dat Lannau wist dat Van Houtte de moord op Kelly had gepleegd en dat Van Houtte wilde voorkomen dat Lannau dit tegen hem ging gebruiken of hem zou verlinken. De enige uitweg die hij op dat moment kon verzinnen, was Lannau definitief het zwijgen op te leggen. Pas daarna bedacht hij zich dat hij die wapencollectie kon verhandelen en op die manier de feiten van de moord kon verdoezelen.
Nadat het onderzoek in Oudenaarde was afgerond en er voldoende bewijzen werden verzameld om Van Houtte naar het assisenhof van Gent te verwijzen, eiste hij dat het proces in het Frans zou worden gevoerd. Dit was zijn volste recht en kon daarom ook niet worden geweigerd. Voor de nabestaanden was dit een zoveelste klap in het gezicht en het stak de onderzoekers diep. Dit betekend een enorme vertraging in het proces, aangezien het enorme dossier moest worden vertaald in het Frans.
Een man die jarenlang in Kluisbergen woonde, de Nederlandse taal perfect sprak en verstond, 2x getrouwd was geweest met een Nederlandstalige vrouw. Dit werd gezien als een ultiem treitergedrag.
Wanneer de nabestaanden van Kelly de Brabandt een verzoek indienen bij de minister voor een Nederlandstaligen tolk, wordt dit afgewezen; want wettelijk gezien heeft de familie daar geen recht op. Het gevoel van machteloosheid groeit met de dag. Totdat de voormalige werkgever van Kelly de Brabandt besluit de hoge kosten te betalen en wijst de familie een Nederlandstalige tolk toe.
Op 31 maart 2003, inmiddels 5 jaar na de moorden, begint eindelijk het proces. Voor de nabestaande het eerste moment waarop ze de dader onder ogen komen. De hoop op spijt of excuses was minimaal, maar voor een heel klein deel toch zeker aanwezig. Die hoop vervloog snel. Van Houtte was arrogant, lachte iedereen uit, was onbeschoft en op het toppunt van brutaliteit vroeg zijn advocaat, ondanks alle harde bewijzen, om een vrijspraak.
Ondanks dat hij weigert schuld te bekennen, wordt Jean-Claude van Houtte op 10 april 2003 veroordeeld tot levenslang. De kans op vervroegde vrijlating is enorm klein.
De familie en nabestaanden zijn tevreden met de straf, maar blijven achter met een groot verdriet.
In de jaren na het proces is er zelfs nog een 3e leven verloren gegaan.
De zoon van Julien Lannau kon het leven niet meer aan en besloot het te eigenhandig te beëindigen.
——————————————————————————————-BELUISTER DE PODCAST OP ——————————————————————————————-
Bronvermelding:
VTM - De Kroongetuigen
Het Nieuwsblad
HLN